Vaccins
Een van de belangrijkste factoren voor de ontwikkeling van autisme is ongetwijfeld het toedienen van veel vaccins op zeer jeugdige leeftijd. Vaccins bevatten in Nederland veelal aluminiumhydroxide, formaldehyde, eiwitverontreinigingen en de entstoffen zelf, viraal of bacterieel of toxines, soms ook kwik (griepvaccin),. Deze vaccins kunnen bij kinderen met een slecht functionerend ontgiftingssysteem (tekort aan metallothioneine) tot ernstige bijwerkingen leiden, waarvan autisme er slechts een van is. Mogelijk berust het ontstaan van epilepsie, astma, eczeem, gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen, en vele andere post-vaccinale klachten op hetzelfde ontstaansmechanisme. In de Verenigde Staten valt de enorme toename van autisme (van 1:180.000 naar 1:180) samen met de introductie van de BMR en later van het Hepatitis-B vaccin dat bij de geboorte gegeven wordt.
– Het immuunsysteem bestaat uit 2 belangrijke delen, de humorale en de cellulaire afweer. Door vaccinaties treedt er een geforceerde verschuiving van cellulaire naar humorale afweer op, wat tot verzwakking van het immuunsysteem leidt. Zo’n zelfde verschuiving kan optreden door een zinktekort.
– Alle autistische kinderen zouden ontstoord moeten worden met de homeopathisch verdunde vaccins die het kind gehad heeft. Er zijn hiermee reeds zeer goede resultaten geboekt.
– Een autistisch kind zou nooit meer gevaccineerd moeten worden!